‘Iedereen heeft ooit op zeker moment van zijn leven waanzinnig veel van zijn moeder gehouden’.
De afgelopen week las ik de pas verschenen roman Un amour impossible van de Franse
schrijfster Christine Angot, die ik al vele jaren met belangstelling volg, en
van wie ik ooit, samen met Irene Groothedde, de roman Pourquoi le Bresil voor de Arbeiderspers vertaalde. Er verschenen
nog meer vertalingen in het Nederlands, maar toch is de schrijfster hier tamelijk
onbekend en dus ongelezen gebleven. Dat is jammer, omdat Angot naar mijn mening
in meerdere opzichten een opmerkelijke auteur is. Enerzijds blinkt ze uit in het
schrijven van onverschrokken openhartig proza, dat ook wel eens genant of
aanstootgevend kan zijn, maar anderzijds blijft ze onvermoeibaar zoeken naar
wat volgens haar echt waar of werkelijk is. Ik weet dat ‘echt’ en ‘waar’ niet heel
populaire begrippen in de literatuur zijn, waar juist ‘de waarheid liegen’ een welkome
beeldspraak is, maar misschien vormt het oeuvre van Angot, dat inmiddels al
zo’n vijftien romans beslaat, daar een interessante uitzondering op.
Transparantie van stijl, een parlando zonder al teveel opsmuk,
en onbarmhartig zelfonderzoek zijn kenmerken van de romans van Christine Angot,
waarvoor ze in Frankrijk zowel verguisd als bewonderd wordt. Auto-fiction wordt het daar ook wel enigszins
geringschattend genoemd, een vorm van hoogstaande literaire navelstaarderij waarbij
het autobiografische aspect overheerst, zelfs in die mate dat de schrijfster
een van haar romans ooit eenvoudigweg ‘Sujet
Angot’ noemde. Het overkoepelende thema in haar werk is en blijft de liefde,
en vooral wat een liefdesverhouding in de weg kan staan, zo niet onmogelijk maakt. In haar vorige
romans werd al duidelijk dat dit voor de schrijfster zelf een traumatische
jeugd en dan met name de incestueuze verhouding met haar vader is geweest.
Angot groeide op in de buurt van Chateauroux, als dochter van een alleenstaande, Joodse moeder, Rachel, die een kortstondige histoire d’amour beleefde met de Franse intellektueel Pierre, afkomstig uit een rijke Parijse bankiersfamilie, en zwanger van hem raakte. Hoewel de vader niet van plan was met haar te trouwen noch voor het kind te zorgen, besloot de moeder om het kind, Christine dus, te houden en alleen op te voeden. Toch bleef Rachel, ook nadat de verhouding al beeindigd was, ervoor pleiten dat de vader hun kind ooit wettelijk zou erkennen. Pierre echter weigerde dit keer op keer, mede op aandringen van zijn familie, overtuigd dat het Rachel alleen maar om hun geld te doen was. Als Pierre na verloop van tijd met een vrouw van zijn eigen klasse trouwt, kinderen krijgt en verveeld raakt, zoekt hij opnieuw contact met Rachel, en zwicht dan alsnog voor haar verzoek om Christine te erkennen. Christine is dan een jaar of dertien, het drietal maakt af en toe een gezamenlijk uitstapje, en tijdens een daarvan begint het incestueuze misbruik dat enkele jaren voort zal duren. De gevolgen zijn, zoals te verwachten, zeer ernstig. Angsten, depressies, neuroses en tal van onmogelijke liefdes zullen de tol zijn die de dochter voor dit misbruik zal moeten betalen.
In vorige romans heeft Angot deze gevolgen uitvoerig
beschreven. Wat nieuw is in deze roman is dat zij haar geschiedenis dit maal
vanuit het perspectief van haar moeder schrijft en dat ze het misbruik voor het
eerst van een politiek-sociale analyse voorziet. Volgens de schrijfster is het
misbruik voor haar vader namelijk een vorm van wraak geweest. De hoge burgerij
laat zich de wet nu eenmaal niet voorschrijven; zeker niet door iemand uit een
lagere klasse. De hoge burgerij waant zich moreel onschendbaar en decreteert bij
voorkeur zelf de wet. Als Pierre door Rachel tot een juridische knieval – de
erkenning van Christine – wordt gedwongen, zal zij daar een prijs voor moeten
betalen. Hij misbruikt haar dochter, om zich op Rachel te kunnen wreken en haar
het diepst te kunnen kwetsen.
Het is zoals altijd bij de boeken van Angot zware, zo niet
inktzwarte kost die de lezer krijgt voorgeschoteld, maar dit keer, in Un amour impossible, is haar toon
gespeend van woede en verontwaardiging en overheerst vooral het verlangen om te
kunnen begrijpen. Ze verlegt voor het eerst de focus naar haar moeder, herschrijft
haar geschiedenis, vanuit een bijna wanhopige poging om haar groeiende weerzin
ten aanzien van haar moeder te overstijgen. De verwijten aan het adres van haar
moeder zijn evident: waarom heb je niets gezien, niets gezegd of niets gedaan?
Waarom heb je me niet in bescherming genomen? Want Rachel wordt op gegeven
moment door een vriend van Christine wel degelijk ingelicht over de incest,
maar reageert op klassiek hysterische wijze; ze krijgt zelf fysieke klachten,
wordt opgenomen in een ziekenhuis, maar blijft tegen haar dochter over de
kwestie zwijgen. Ook later blijft het onderwerp onbespreekbaar, zelfs als de
schrijfster er inmiddels al een aantal romans aan heeft gewijd, zelfs nadat
Pierre is overleden. De gevoelens van schuld, schaamte en onvermogen zijn blijkbaar
zo groot voor Rachel dat ze er niet over kan spreken.
Het is dan ook de dochter, Christine zelf, die uiteindelijk
dertig jaar later met haar sociaal-politieke analyse van de incestueuze wraak
van Pierre de lucht boven hen probeert te klaren. Of deze analyse echt houdbaar
is, durf ik niet te zeggen, maar aannemelijk klinkt deze wel, en bovendien
wordt duidelijk dat het voor de dochter de ultieme poging is om zich met haar
moeder te kunnen verzoenen. Door van haar moeder het mede slachtoffer van de
wraak van Pierre te maken, kan zij ook voor het eerst over haar eigen verwijten
heen stappen, waarmee ze de ‘onmogelijke liefde’ die zij voor haar moeder voelt
toch iets minder onmogelijk maakt.
‘Iedereen heeft op zeker moment in zijn leven intens veel
van zijn moeder gehouden’, vertelt Angot in een interview aan Europe 1 (zie
hieronder), ‘maar dan verdwijnt die grote liefde en ik heb me afgevraagd, wat
gebeurt er dan precies?’Angot heeft dit emotionele proces heel nauwkeurig voor
ons opgeschreven, met alle liefde en empathische vermogens die ze in zich had.
Veel lezers zullen iets van dit moeizame proces herkennen, ook als zij minder
traumatische ervaringen in hun jeugd hebben opgedaan. ‘Ooit wilden we met onze
moeder trouwen, later hebben we zelfs geen zin om er op zondag langs te gaan.
Wat is er in de tussentijd gebeurd?’Angot heeft het voor ons proberen te
verwoorden, en het is naar mijn idee een van haar mooiste romans geworden. Je bewustzijn
verruimen, heel zorgvuldig over iets nadenken, een open geest houden en het
vermogen benutten om je daadwerkelijk in een ander te verplaatsen, dit alles,
zo leert deze roman, kan wel degelijk helpen om bepaalde barrieres in de
liefde, hoe hoog die ook zijn opgestapeld, te slechten. Het is niet alleen een
hoopvol geluid dat Angot in deze roman voor het eerst laat horen, het is ook
een bijzonder liefdevolle klank, waarin ‘the power to forgive’, zoals Hannah
Arendt dat noemde, overal in doorklinkt, een kracht die uiteindelijk een nieuw
begin, een nieuw leven pas mogelijk maakt.
Joke J. Hermsen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten